Vervang het oliefilter iedere keer wanneer u de motorolie ververst.
1.
Eerst moet u de belangrijkste elementen van het smeersysteem van de motor lokaliseren
2.
De olievulpijp. Deze bevindt zich aan de bovenkant van de motor
3.
De dop is gewoonlijk dienovereenkomstig geëtiketteerd
4.
De oliepeilstok. Deze bevindt zich in de carterpan van de motor en zendt de gegevens over het oliepeil via de ECU naar het dashboard
5.
In plaats van een peilstok zijn sommige wagens uitgerust met een elektronische sensor
Belangrijk!
Wagens met automatische versnellingsbak kunnen 2 peilstokken in de motorruimte hebbenDe ene wordt gebruikt om het motoroliepeil te checken, en de andere voor het controleren van het peil van de transmissievloeistofVerwissel ze niet
6.
Het oliefilter. Dit kan zijn uitgevoerd als een patroon dat in de behuizing op het motorblok wordt geplaatst of zijn vervaardigd als een afzonderlijk opschroefbaar element uit één stuk
7.
Het oliefilter kan zich aan eender welke kant van de motor bevinden
8.
Als het oliefilter aan de onderkant van de motor is geïnstalleerd, moet de spatbeschermer van de motor worden verwijderd
9.
Bij sommige auto's hoeft de spatbeschermer niet te worden verwijderd, omdat er een speciale serviceklep is aangebracht voor gemakkelijke toegang tot het filter
10.
De aftapplug. Die bevindt zich onder de motor in de carterpan
11.
Gebruik een hefbrug, inspectieput of oprijbok om bij de onderkant van de auto te komen of een krik
Let op!
Wanneer u een krik gebruikt, heeft u ook kriksteunen nodig
12.
Zorg ervoor dat de auto volledig waterpas staat. Zo kan de olie gelijkmatig uit alle delen van de motor worden afgetapt
13.
Oliefilters van verschillende fabrikanten kunnen in uitvoering verschillen. Het is daarom raadzaam om een universele moersleutel te gebruiken
AUTODOC raadt aan:
Ververs de olie wanneer de motor nog warm isWarme olie heeft een hogere vloeibaarheid
14.
Schroef de olievuldop los
15.
Trek de oliepeilstok omhoog
16.
Reinig de werkplek
17.
Schroef de oliefilterdop of het filter zelf los
18.
Neem het oliefilter uit zijn behuizing
Wees voorzichtig!
Voorkom dat er vuil in de montageplaats van het filter komt
19.
Plaats de bak voor de afvalolie onder de aftapplug
20.
Reinig de werkplek
21.
Schroef de aftapplug los
Belangrijk!
Ga voorzichtig te werk om morsen van de olie te voorkomen
22.
Wacht tot de olie volledig uit het afvoergat is afgevoerd
23.
Reinig de bevestigingsplaats van het oliefilter
24.
Wanneer het een spin-on filter betreft, smeer de afdichting met wat verse olie in
25.
Is het een filter met een patroon, haal het uit de montageplaats op de kap
26.
Verwijder de O-ringen
27.
Maak de plek waar het patroon gemonteerd zit schoon
28.
Installeer nieuwe O-ringen en een nieuw filterelement
29.
Maak een nieuwe aftapplug met een nieuwe pakking gereed
30.
Reinig de werkplek
31.
Draai de aftapplug met een momentsleutel vast met het door de fabrikant aanbevolen koppel
32.
Verwijder de bak met afvalolie
33.
Breng de spatbescherming van de motor weer op zijn plek aan
34.
Installeer het oliefilter en draai het met een momentsleutel vast met het door de fabrikant aanbevolen koppel
35.
Steek een trechter in de olievulpijp
Let op!
Gebruik uitsluitend het type olie dat door de autofabrikant is goedgekeurd
36.
Giet verse olie in de motor in de hoeveelheid die door de autofabrikant wordt aanbevolen
37.
Check van tijd tot tijd het peil met de peilstok
AUTODOC raadt aan:
Controleer het oliepeil met de peilstok wanneer de auto op een vlakke, egale ondergrond staat
38.
Haal de peilstok eruit en veeg de oude olie af
39.
Steek de peilstok zo ver mogelijk in de tank en wacht een paar seconden
40.
Haal de peilstok eruit en controleer hem zonder hem om te draaien
41.
Veeg de peilstok af en zet hem weer op zijn plaats
42.
Verwijder de trechter en schroef de olievuldop erop
43.
Start de motor en laat hem 30 seconden draaien
44.
Zo heeft de motorolie de tijd om zich over het gehele systeem te verspreiden
45.
Zet de motor af en wacht een paar minuten
46.
Controleer het motoroliepeil opnieuw en corrigeer het indien nodig
Let op!
Het oliepeil moet tussen de markeringen Min en Max staan
47.
Zodra de procedure is voltooid, stel het onderhoudsinterval opnieuw in
48.
U kunt ook noteren bij welke kilometerstand de onderhoudsbeurt is uitgevoerd
49.
Indien uw auto niet is uitgerust met een oliepeilstok, wordt het oliepeil op het dashboard weergegeven
Was deze handleiding nuttig?
Gelieve deze handleiding een cijfer van 1 t/m 5 te geven. Mocht u nog verdere vragen hebben, staan we altijd klaar om die te beantwoorden.
Aantal keer gestemd – 1
Krijg toegang tot uw auto-onderhoudsassistent!
Uitgaven bijhouden, onderhoudsgegevens beheren, vervangingen plannen en nog veel meer.
Filter: Veelgebruikte handleidingen voor onderhoud